aA
Pagina voorlezen
Blog23 januari 2023

Alles over darmkanker: ontstaan, verschillende stadia en behandeling

In maart darmkankermaand besteden we extra aandacht aan darmkanker. In een eerdere blog vertelden we al over het belang van het bevolkingsonderzoek. Maar vandaag willen we graag dieper ingaan op de achtergrond van deze ziekte. Want hoe ontstaat darmkanker eigenlijk? En hoe stellen we de diagnose? MDL-arts Vassilis Kousoulas vertelt er alles over.

 

Ontwikkeling van darmkanker

Darmkanker ontwikkelt zich bijna altijd vanuit een darmpoliep. Een poliep is een uitstulping of verdikking van het slijmvlies aan de binnenkant van de darm. Poliepen zijn goedaardige gezwellen, maar in sommige gevallen groeit een poliep uit tot een kwaadaardige tumor. Of een poliep uitgroeit tot een kwaadaardig gezwel is mede afhankelijk van het soort poliep.

 

In uitzonderlijke gevallen kan darmkanker ontwikkelen uit een chronische ontsteking zoals colitis ulcerosa. 92% van de darmkanker is sporadisch, wat betekent dat er geen erfelijke oorzaken zijn. De rest (8%) van de gevallen is wel genetisch bepaald. De meeste voorkomende genetische aandoeningen zijn FAP (Familiaire Adenomatose Poliepen) syndroom en Lynch syndroom.

Verschillende stadia en overleving

Darmkanker kent vier verschillende stadia. In welke stadium de kanker zich bevindt is afhankelijk van de omvang van de tumor en de mate waarin er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren of elders in het lichaam. De overleving van zowel dikke darmkanker als endeldarmkanker wordt sterk bepaald door het stadium waarin de kanker zich bevindt. Van de patiënten met stadium I dikkedarmkanker is 96% na 5 jaar nog in leven, terwijl patiënten met stadium IV dikkedarmkanker een 5-jaarsoverleving hebben van 12%. Voor patiënten met endeldarmkanker zijn deze percentages respectievelijk 94% en 14%.

 

De 5-jaarsoverleving voor patiënten met darmkanker is de afgelopen 25 jaar zichtbaar gestegen, met name na 2006-2010. De relatieve overleving is de laatste 25 jaar gestegen met 11%. Voor patiënten met endeldarmkanker is de relatieve overleving in de laatste 25 jaar met 14% gestegen.

 

De diagnose darmkanker

De twee meest voorkomende klachten zijn rectaal bloedverlies en obstipatie (darmverstopping). Andere klachten zijn buikpijn, onbedoeld gewichtsverlies en ontlastingsincontinentie.

 

De diagnose darmkanker wordt door middel van een darmonderzoek (coloscopie) vastgesteld. Dit is een inwendig onderzoek van de dikke darm. Tegenwoordig wordt tijdens het onderzoek een lichte sedatie (roesje) toegediend. Tijdens het darmonderzoek kunnen poliepen worden verwijderd en kwaadaardige tumoren opgespoord.

 

Alle patiënten in een hoog risicogroep met klachten komen in aanmerking voor een darmonderzoek. Voor mensen jonger dan 45 met rectaal bloedverlies is een kort darmonderzoek (sigmoïdoscopie) genoeg. Iemand valt in de hoge risicogroep wanneer er darmkanker in de familie voorkomt of wanneer diegene ouder is dan 55 jaar.

Darmkanker in cijfers

Darmkanker is met meer dan 12.000 nieuwe patiënten per jaar een veel voorkomende vorm van kanker in Nederland. Het totaal aantal diagnoses is in een periode van ruim 25 jaar gestegen van 4.600 in 1989 naar 10.000 in 2017 en van endeldarmkanker in dezelfde periode van 2.600 naar 4.500. In 2023 kregen 12.188 mensen in Nederland de diagnose darmkanker.

 

Darmkanker staat in het rijtje van meest voorkomende kankersoorten op de tweede plaats, na huidkanker (exclusief basaalcelcarcinoom). Darmkanker is een ziekte die voornamelijk ouderen treft; 34% van alle patiënten is bij diagnose 75 jaar of ouder.

 

Darmkanker komt het meeste voor in de dikke darm of de endeldarm. Ongeveer een derde van alle gevallen is gelokaliseerd in de endeldarm. Kwaadaardige tumoren in de dunne darm komen zeer zelden voor.

Behandeling van darmkanker

De behandeling die gekozen wordt, is afhankelijk van het stadium waar de darmkanker zich in bevindt. In eerste instantie krijgt elke patiënt na de diagnose een uitgebreid onderzoek, om uitzaaiingen uit te sluiten. Bij dikke darmkanker is een CT-scan en bloedonderzoek genoeg. Bij endeldarmkanker is ook een MRI-onderzoek nodig.

 

Bij darmkanker in stadium I is het mogelijk om de tumor door een plaatselijke behandeling te verwijderen. In stadium II is een ingreep met darmresectie nodig, hierbij wordt een deel van de darm verwijderd. In stadium III wordt aansluitend na de operatie een chemotherapie aan de patiënt gegeven. Daardoor verminderen wij het risico dat de tumor terugkomt. Helaas is het in stadium IV vaak niet mogelijk om de tumor te verwijderen en in eerste instantie geven wij chemotherapie met de doelstelling de tumor te verkleinen.

 

Bevolkingsonderzoek darmkanker

In Nederland is sinds 2014 het bevolkingsonderzoek voor darmkanker ingevoerd. Sindsdien krijgen alle mannen en vrouwen tussen de 55 en 75 jaar elke twee jaar een oproep om ontlasting in te leveren. Deze ontlasting wordt gecontroleerd op bloedsporen. Bij een positieve testuitslag wordt de deelnemer uitgenodigd voor een darmonderzoek (coloscopie). Het doel van het bevolkingsonderzoek is het verminderen van sterfte aan darmkanker door de ziekte in een eerder stadium op te sporen. Daarnaast heeft het bevolkingsonderzoek ook effect op de incidentie en stadiumverdeling van darmkanker. In de jaren na de invoering is er een toename geweest in aantal nieuwe diagnoses, gevolgd door een daling die zich lijkt te stabiliseren.

Maart Darmkankermaand: Zorg voor je darmen

Maart is internationaal uitgeroepen tot darmkankermaand. Tijdens deze maand wordt er wereldwijd meer aandacht gegeven aan deze ziekte en wordt er ook ingegaan op de preventie van darmkanker. Zowel door tijdige screening middels het Bevolkingsonderzoek Darmkanker als door een gezonde levensstijl toe te passen. Lees hier meer informatie over hoe u het risico op darmkanker kunt verkleinen.

Terug naar boven