Voedselallergie en voedselintolerantie zijn wezenlijk andere aandoeningen. Wat is nu het een en wat het ander? Ouliana Kouznetsova, allergoloog bij DC Klinieken Rotterdam schept orde in de chaos.
Navigeren door voedingsmiddelallergieën: overgevoelige reacties op eiwitten
Pinda’s, noten, soja, koemelk, kippenei, tarwe, vis, schaal- en schelpdieren. Voor deze en andere voedingsmiddelen kun je allergisch zijn. “In principe kun je allergisch zijn voor alle plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen die eiwitstructuren bevatten”, zegt Kouznetsova. “Net als bij hooikoorts maakt je lichaam dan antistoffen aan, in dit geval specifieke Immunoglobuline E (IgE-) antistoffen tegen de eiwitstructuren in bepaalde voedingsmiddelen. Door de binding tussen de antistof en het eiwit komt histamine vrij, en daarvan krijg je klachten. Je lichaam reageert dus eigenlijk overdreven op bepaalde voedingsmiddelen.”
Verschil voedselallergie en voedselintolerantie
Het verschil met voedselintolerantie zit hem in het afweersysteem, zegt Kouznetsova. “Bij een voedselallergie speelt je afweersysteem een rol doordat er IgE-antistoffen worden aangemaakt. Dit is bij voedselintolerantie niet het geval. Bij voedselintolerantie leidt juist een bepaalde hoeveelheid voedingsmiddel tot een abnormale reactie van het lichaam. Zo kan iemand door het eten van spinazie bijvoorbeeld maagzuur of een opgeblazen buik krijgen. Deze klachten vallen niet onder allergische klachten. Andere bekende voorbeelden van voedselintolerantie zijn lactose-intolerantie en glutenintolerantie. Bij glutenintolerantie is het afweersysteem overigens wel betrokken bij de oorzaak van de klachten, maar niet via het IgE-mechanisme.”
“Het verschil tussen een voedselallergie en een voedselintolerantie zit in het afweersysteem.”
Een voedselallergie kan ernstig zijn
Of je een voedselallergie ontwikkelt, hangt af van verschillende factoren, zoals je aanleg, leefomgeving en bepaalde risicofactoren, zoals eczeem op jonge leeftijd. En de ernst van de klachten kan verschillen van persoon tot persoon. “De één heeft er veel meer last van dan de ander. Ook de hoeveelheid voedingsmiddel kan invloed hebben op de ernst ervan. Zo kan iemand bij het eten van weinig pinda’s geen of nauwelijks klachten ervaren, maar bij het eten van veel pinda’s wél. En waar de één bij dezelfde hoeveelheid van een voedingsmiddel lichte klachten heeft, kunnen ze bij de ander ernstig en zelfs gevaarlijk zijn.”
Klachten bij een voedselallergie
Klachten die volgens Kouznetsova passen bij voedselallergie, zijn onder meer jeuk, gezwollen lippen, diarree, misselijkheid, netelroos, benauwdheid en lage bloeddruk. “De diagnose wordt gesteld door de combinatie van de aanwezigheid van deze klachten en de aanwezigheid van de IgE-antistoffen in het bloed. Het vermijden van een voedingsmiddel leidt tot het verdwijnen van de klachten. Dat is dan ook de enige echte behandelmogelijkheid van een voedselallergie.”