Anticonceptiemiddelen is onderdeel van het specialisme gynaecologie

Wat zijn anticonceptiemiddelen?

Anticonceptie is bedoeld om een zwangerschap te voorkomen. Er bestaan verschillende anticonceptiemiddelen, ieder met hun eigen werking, voor- en nadelen en mogelijke bijwerkingen. Welke methode het beste bij u past, kunt u het beste met uw huisarts bespreken. Op deze pagina vind u meer informatie over de verschillende anticonceptiemiddelen.

Hormonale anticonceptiemiddelen

Deze middelen geven hormonen af die een eisprong voorkomen en/of het baarmoederslijmvlies minder toegankelijk maakt voor zaadcellen. Voorbeelden zijn:

 

Anticonceptiepil

De pil bevat oestrogeen en progestageen (een synthetische vorm van progesteron). Er zijn veel verschillende versies van de pil en het grootste verschil zit in de hoeveelheid hormonen die de pil bevat. Vaak is een lichte pil met een lage dosering hormonen de eerste keus. Welke pil het beste bij u past, is een kwestie van uitproberen in overleg met de huisarts. De pil wordt meestal dagelijks drie weken achter elkaar ingenomen, gevolgd door een stopweek waarin een (kunstmatige) menstruatie optreedt. Bij een aantal pilmerken kan de stopweek overgeslagen worden, zodat er geen menstruatie optreedt. Er zijn ook pilmerken die per strip 24 of 26 pillen met hormonen en 4 of 2 pillen zonder hormonen bevatten. Dit wordt dan gezien als een verkorte stopweek.

 

De minipil

De minipil is een pil zonder stopweek die alleen progestageen bevat. Voor de betrouwbaarheid is het belangrijk dat de pil iedere dag wordt ingenomen op hetzelfde tijdstip. De minipil is vooral beschikt bij borstvoeding. De minipil remt de eisprong en zorgt voor taaier slijm in de baarmoederhals.

 

De anticonceptiering

De anticonceptiering is een flexibele ring die oestrogeen en progestageen bevat. U kunt de ring zelf en gemakkelijk in de schede inbrengen en voelt deze niet zitten. De ring geeft in de schede een constante hoeveelheid hormonen af en kan drie weken blijven zitten. Daarna is er een stopweek of kan de stopweek overgeslagen worden en meteen een nieuwe ring geplaatst worden. De ring kan tijdens seks blijven zitten, maar mag niet meer dan 3 uur uit de schede blijven. De hoeveelheid hormonen in de anticonceptiering is iets lager dan bij de gewone pil.

 

Anticonceptiepleister

De pleister kan overal op de huid geplakt worden en geeft een constante hoeveelheid hormoon af aan het lichaam. De pleister moet iedere week vervangen worden. Na drie weken kan een stopweek worden ingelast, maar dit hoeft niet. Douchen en zwemmen hebben geen invloed op de werking van de pleister. De hoeveelheid hormonen die in het lichaam komt is vergelijkbaar aan de gewone pil.

 

Hormoonstaafje (Implanon)

Het hormoonstaafje Implanon is 4 centimeter lang en wordt na een plaatselijke verdoving aan de binnenkant van de bovenarm geplaatst. Het staafje geeft een constante hoeveelheid progesteron af en remt zo de eisprong. Het staafje kan drie jaar blijven zitten. Voor het verwijderen moet een kleine incisie (sneetje) gemaakt worden. Dit gebeurt na een plaatselijke verdoving.

 

De prikpil (Depo-Provera en Sayana)

De prikpil is een injectie met progestageen die elke drie maanden moet worden herhaald. De werking is vergelijkbaar met die van het hormoonstaafje (Implanon)

Intra-uteriene middelen: spiralen

Er zijn twee soorten spiraaltjes, het koperspiraaltje en het hormoonspiraaltje (Mirena). De werking is per type spiraal verschillend.

 

Het koperspiraaltje

Een koperspiraaltje is een hormoonvrij anticonceptiemiddel in de vorm van een T of ankertje. De belangrijkste werking van het koperspiraaltje is het inactief maken van de zaadcellen, waardoor deze niet meer in staat zijn om bij de eicel te komen. Daarnaast verandert het koperspiraaltje ook het baarmoederslijmvlies, zodat een eicel die toch bevrucht is zich niet kan innestelen. Bevruchting komt daardoor bijna nooit voor. Bij een koperspiraal wordt de menstruatiecyclus niet beïnvloed en het bloedverlies kan soms toenemen. U leest hier meer informatie over het plaatsen van een spiraaltje.

 

Hormoonspiraal (Mirena)

In het hormoonspiraaltje, de Mirena, zit het hormoon progestageen (een synthetische vorm van progesteron). Dit hormoon zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies niet meer wordt opgebouwd en brengt dit in een rustfase. Hierdoor wordt de menstruatie veel lichter en minder pijnlijk. Door de hormonen worden de zaadcellen geremd in hun beweeglijkheid en functie en neemt de taaiheid van het baarmoederhalsslijm toe, waardoor de zaadcellen de eicel niet kunnen bereiken. Het spiraaltje wordt in de baarmoeder ingebracht en kan vijf jaar blijven zitten.

 

Belangrijk om te weten is dat de eerste zes maanden na plaatsing, er licht onregelmatig bloedverlies kan optreden. De hoeveelheid bloedverlies verschilt per persoon, maar vermindert vaak geleidelijk tot enkele dagen bloedverlies per maand. Soms blijft de menstruatie helemaal weg. Het kan zijn dat er in de eerste maanden een gespannen gevoel in de borsten aanwezig is, maar deze klachten verdwijnen vaak snel. De Mirena is ook geschikt voor jonge vrouwen die (nog) geen kinderen hebben. U leest hier meer informatie over het plaatsen van een spiraaltje.

Definitieve anticonceptie: Sterilisatie

Sterilisatie is een definitieve methode en moet u alleen kiezen als u zeker bent dat u geen kinderen meer wilt. Zowel de man als de vrouw kunnen gesteriliseerd worden. Bij de man wordt deze procedure een vasectomie genoemd. Sterilisatie van de man gebeurt niet bij DC Klinieken.