Vruchtbaarheidsonderzoek is onderdeel van het specialisme gynaecologie

Wanneer vruchtbaarheidsonderzoek?

Indien er na 1 jaar onbeschermd seksueel contact geen zwangerschap is ontstaan, kan er verder onderzoek plaatsvinden. Bij het oriënterend fertiliteitonderzoek (OFO) wordt een aantal oorzaken voor uitblijvende spontane zwangerschap onderzocht. Na afronding van het OFO volgt een advies en zo nodig verwijzing voor verdere behandeling. Bij het OFO worden de volgende dingen onderzocht:


  • zijn de baarmoeder en de eierstokken normaal aangelegd
  • is er iedere maand een eisprong
  • zijn de eileiders doorgankelijk
  • hoe is de kwaliteit van het sperma


De gynaecoloog bepaalt samen met u welke onderzoeken bij u nodig zijn en in welke volgorde. Het fertiliteitonderzoek kan langer duren dan u en uw partner verwachten: elke stap kost nu eenmaal tijd.


Anamnese (ziektegeschiedenis)

De gynaecoloog zal u en uw partner vragen stellen over uw algemene gezondheid, eventueel medicijngebruik en bijzondere aandoeningen of ziekten in uw families, waaronder eventuele vruchtbaarheidsproblemen. Van belang is hoe uw cyclus verloopt en of u ooit gynaecologische problemen, seksueel overdraagbare aandoeningen of buikoperaties hebt gehad. Zijn er eerdere zwangerschappen en bevallingen geweest en hoe zijn die verlopen? Ook is van belang hoe lang u probeert zwanger te raken.


Onderzoek van de baarmoeder en eierstokken

Om te onderzoeken of de baarmoeder en eierstokken normaal zijn wordt altijd een inwendige echo gemaakt. Wanneer hierbij afwijkingen worden gezien of vermoed, kan aanvullend onderzoek in de vorm van een contrastecho of een hysteroscopie nodig zijn.


Cyclusanalyse

Met een inwendig (vaginaal) echoscopisch onderzoek kunnen de grootte en even­tuele afwijkingen van de baarmoeder (uterus) en eierstokken (ovaria) worden bepaald. Ook wordt gekeken naar de groei van eiblaasjes (follikels) en de dikte van het slijmvlies van de baar­moeder. Een follikel is een kleine holte gevuld met vocht in de eierstok, waarin zich een eicel bevindt. Deze follikel is klein tijdens de menstruatie en groeit na de menstruatie. Rond de eisprong, twee weken voor het begin van volgende menstruatie, is deze ongeveer twee centi­meter groot. Nadat de eicel er uit gesprongen is (de eisprong of ovulatie) schrompelt de follikel weer. Als de eisprong nadert wordt het slijmvlies van de baarmoeder dikker, als voorbereiding op een eventuele innesteling van een bevruchte eicel.


Onderzoek op chlamydia

Chlamydia is een seksueel overdraagbare aandoening, die schade kan toebrengen aan de eileiders en verklevingen kan veroorzaken in de buik. Er wordt een Chlamydia kweek van de baarmoedermond afgenomen.


Bloedonderzoek op hormonen

De volgende hormonen kunnen worden onderzocht:

  • FSH (follikelstimulerend hormoon) en oestrogeen in het begin van de cyclus, om de werking van de eierstokken te bepalen.
  • Progesteron een week voor de te verwachten menstruatie om te zien of er een eisprong is geweest.


Afhankelijk van problemen met de menstruele cyclus kan er reden zijn om nog aanvullend onderzoek te doen. Ook wordt er soms een HIV screening gedaan.


Doorgankelijkheid van de eileiders

De eileiders, heel dunne buisjes tussen de baarmoeder en de eierstokken, zijn meestal niet te zien en te beoordelen door middel van een echo. De doorgankelijkheid van de eileiders is op meerdere manieren te onderzoeken. De keuze is onder andere afhankelijk van uw voorgeschiedenis en de echobevindingen. De gynaecoloog bepaalt welke methode voor u geschikt is. De verschillende methodes zijn:


  • Foam-echo: Tijdens een contrastecho wordt er schuim in de baarmoederholte ingebracht. Hierdoor kan op het echobeeld worden beoordeeld of de eileiders open zijn. Dit onderzoek vindt plaats bij DC Klinieken Zuidoost.
  • HSG (baarmoederfoto): Hierbij wordt met behulp van een contrastvloeistof de grootte en de vorm van de baarmoeder zichtbaar gemaakt, en kan een eventuele blokkade van de eileiders, het slijmvliespatroon in de eilei­ders en soms ook verklevingen rond de baarmoeder, de eileiders en de eier­stokken worden opgespoord. Voor dit onderzoek verwijzen wij u naar een ander ziekenhuis.
  • Kijkoperatie met eileidertesten: Bij een kijkoperatie kunnen de buikholte en de buikorganen worden beoordeeld. De baarmoeder en de omgeving van de eierstokken en eileiders wordt zichtbaar. Eventuele afwijkingen zoals verklevingen en/of endometriose (baarmoederslijmvlies dat zich buiten de baarmoeder bevindt) worden zichtbaar. Er wordt tegelijkertijd getest of de eileiders doorgankelijk zijn. Dit gebeurt met een blauwe kleurstof die via de baarmoedermond in de baarmoeder en eileiders wordt gespoten. Een kijkoperatie wordt uitgevoerd onder algehele narcose. Voor een kijkoperatie wordt u verwezen naar een ziekenhuis.