Auteur:
Een rughernia kan vervelende en hinderlijke klachten geven. Mensen ervaren vaak een (hevige) uitstralende pijn in het been. Soms ontstaat er zelfs krachtsverlies of een dove plek. De klachten kunnen leiden tot beperkingen in zowel het werk als privéleven. Het stellen van de juiste diagnose is van groot belang voor het instellen van een adequate behandeling. Neuroloog Anna Postma, werkzaam bij DC Klinieken Groningen, geeft uitleg over deze aandoening.
Anatomie van de wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit een opeenstapeling van afzonderlijke wervels (van bot), die het wervelkanaal omsluiten. De wervelkolom bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels en (meestal) 5 lendenwervels. Na de onderste lendenwervel volgt het heiligbeen. Aan het heiligbeen zit het staartbeen ofwel het stuitje vast.
In het wervelkanaal bevindt zich het ruggenmerg, met hierin zenuwbanen die hoofd en ledematen met elkaar verbinden. Het ruggenmerg eindigt ter hoogte van de tweede lendenwervel. Daaronder bevinden zich alleen nog zenuwvezels die uit het ruggenmerg komen (de zogenoemde ‘cauda equina’). Tussen elke 2 wervels van de wervelkolom treedt aan weerszijden een zenuwwortel uit. De uittredende zenuwwortels vanuit de lendenwervelkolom en het heilig been vormen de zenuwen die naar de benen gaan. Tussen de wervels bevinden zich tussenwervelschijven. Deze vormen de ‘schokdempers’ van de wervelkolom. Een tussenwervelschijf (‘discus’) bestaat uit een stevig omhulsel van vezels (‘annulus’) met een zachte gel-achtige kern (‘nucleus’).
Wat is een hernia?
Wanneer het omhulsel van de tussenwervelschijf een zwakke plek heeft, dan kan de kern erdoor naar buiten puilen. Dit heet een hernia (officieel een ‘hernia nuclei pulposi’, vaak afgekort tot HNP). De hernia kan een zenuwwortel beklemmen. Hierdoor kunnen pijnklachten in het been ontstaan, eventueel met uitvalsverschijnselen van de zenuw (doof gevoel, krachtsvermindering).
In de rug ontstaan de meeste hernia’s tussen de 4e en 5e lendenwervel (L4-L5), of tussen de 5e lendenwervel en het heiligbeen (L5-S1).
Diagnostiek en behandeling van een rughernia
Gelukkig treedt er bij een deel van de rughernia ’s een spontaan herstel op. Als de klachten echter aanhouden, of als de pijn en/of uitvalsverschijnselen heel heftig zijn, wordt u vaak door de huisarts verwezen naar een neuroloog. De neuroloog kan beoordelen of het beeld bij een hernia past, of dat er iets anders aan de hand is. Vaak wordt er een MRI scan van de onderrug gemaakt. Als er een hernia blijkt te zijn die past bij het klachtenpatroon, dan zijn er verschillende behandelingsmogelijkheden. U kunt denken aan een (gerichte) behandeling bij de pijnspecialist of bijvoorbeeld een operatie. Uw neuroloog kan samen met u kijken welke behandeling het beste bij uw situatie past.
Neurologie bij DC Klinieken Groningen
Elke maandag kunnen mensen met verdenking op een rughernia terecht op het neurologisch spreekuur bij DC Klinieken Groningen. Wij onderscheiden ons door kwalitatief uitstekende zorg te combineren met snelle diagnostiek, zodat we samen met u tot een goede behandeling kunnen komen.