aA
Pagina voorlezen
Nieuws24 november 2020

Minder hiv-diagnoses maar mensen komen nog steeds laat in zorg

Stichting Hiv Monitoring heeft onlangs de jaarcijfers van 2019 bekend gemaakt waaruit blijkt hoe Nederland ervoor staat met hiv. In 2019 zijn er minder hiv-diagnoses maar komen mensen nog steeds laat in zorg. Het aantal nieuwe hiv-diagnoses is in 2019 is gedaald naar 580. Dit is een daling ten opzichte van 2018, toen waren er 664 nieuwe diagnoses. Het aantal nieuwe diagnoses in 2019 is een forse daling ten opzicht van 2015 toen er nog 890 diagnoses werden gesteld. In 2015 is het doel gesteld zeven jaar later (in 2022) tenminste de helft minder hiv-diagnoses te hebben per jaar. In 2022 zouden het dus maximaal 445 nieuwe diagnoses zijn, en dit lijkt een haalbaar doel.

 

Late diagnose

De gemiddelde tijd tussen het oplopen van hiv en de diagnose wordt in 2019 geschat op 2,6 jaar. Van de mensen die in 2019 een hiv-diagnose kregen, werd 48% laat gediagnosticeerd, dat betekent dat iemand al een lage afweer (minder dan 350 CD4-cellen) of aids heeft. In totaal kregen 39% van de MSM een late diagnose, 66% van de heteroseksuele mannen, en 58% van de vrouwen.

 

In het Nationaal Actieplan wordt gesteld dat in 2022 niemand in Nederland meer aan aids mag overlijden. In 2019 overleden er toch nog 18 mensen aan aids. Dit waren vrijwel allemaal mensen die zonder het te weten al jaren hiv hadden, en voor wie behandeling te laat kwam. Wanneer deze mensen tijdig waren getest en behandeld waren ze zeer waarschijnlijk niet overleden aan aids.

Terug naar boven