Blog21 november 2019

Hoe weet u of u allergisch bent?

Bij DC Klinieken Den Haag kunt u snel terecht als u wilt laten onderzoeken of u een allergie hebt. En natuurlijk om die te laten behandelen. Internist-allergoloog Emine Akdağ vertelt: “Met een eenvoudige huidtest kunnen we zien of iemand reageert op een bepaalde stof.”

Niezen, benauwdheid, hoesten, jeuk, rode ogen, buikklachten en een huidreactie (zoals galbulten of eczeem). Het zijn allemaal klachten die kunnen wijzen op een allergie. Met nadruk staat er ‘kunnen’, want om erachter te komen of u in zo’n geval inderdaad een allergie hebt, kunt u met een verwijzing van een huisarts of specialist terecht bij de afdeling allergologie van DC Klinieken. Een van de allergologen van DC Klinieken Den Haag is Emine Akdağ. Zij legt uit dat er verschillende vormen van allergie bestaan. “Een bekende is natuurlijk hooikoorts, dat is een vorm van een inhalatieallergie. Maar mensen kunnen ook allergisch zijn voor bijvoorbeeld voedingsmiddelen, geneesmiddelen, insectengif of cosmetica.”

Huidtest

Er bestaan dus verschillende allergieën, die op hun beurt weer kunnen leiden tot veel diverse klachten, die van persoon tot persoon kunnen variëren. Goed onderzoek is dan ook nodig om te bepalen of en zo ja, van welke allergie sprake is. Akdağ: “Natuurlijk gaan we eerst in gesprek met de patiënt. Afhankelijk daarvan kunnen we aanvullend onderzoek doen, zoals een huidtest. Dat is een eenvoudig testje op de onderarm. Mensen krijgen daarbij druppels op de arm met verschillende stoffen waarvoor iemand allergisch kan zijn. Denk aan huisstofmijt, graspollen en voedingsmiddelen. Met een klein prikje zorgen we ervoor dat deze stoffen contact maken met de huid. Na een kwartiertje is te zien of een bepaalde stof reactie geeft, in de vorm van een bultje. Eventueel aanvullend onderzoek, zoals bloedonderzoek, een longfunctietest of een gesprek met de voedingsdeskundige, kan verder helpen om de diagnose te stellen.”

Behandelen van een allergie

Als die diagnose eenmaal is gesteld, kan de behandeling starten. Die hangt uiteraard af van de soort allergie. Akdağ: “Veelvoorkomende allergieën zijn die voor boompollen, graspollen, huisstofmijt en dieren. Meestal behandelen we deze met maatregelen om blootstelling aan het allergeen zo veel mogelijk te vermijden. Dat werkt vaak goed in combinatie met medicijnen, zogeheten antihistaminica, een neusspray en oogdruppels. Als dat niet zo is, kunnen we kiezen voor immunotherapie. Dat houdt in dat iemand over een periode van drie tot vijf jaar een injectie of tabletje krijgt, waarmee hij of zij immuun wordt gemaakt voor de betreffende stof. Deze therapie is intensief, maar geeft vaak zeer goede resultaten.”

Terug naar boven